Lima naar Pisco (islas balletas)
TRUJILLO NAAR LIMA
Met een kippenbusje zijn we van ons hostal in huanchaco naar Trujillo gereden om dat op de bus naar lima te stappen. We moesten hier een uur wachten op de bus dus konden we mooi even met het
thuisfront bellen om weer even bij te kletsen.
De busreis naar Lima duurde ongeveer 10 uur met een eet- drink- en plaspauze van een haf uurtje midden in de woestijn. Tijdens de lange busrit werden we vermaakt met een paar lekkere films zoals
hostal 2, erg leuk als je elke dag in hostals moet slapen. Niet dus.
Toen we Lima binnenreden werden we verwelkomt door duizenden lichtjes die deze wereldstad van bijna 8 miljoen inwoners verlichte. Het duurde ongeveer een uur voordat we op het station aankwamen,
erg grote stad dus. Op het station werden we door een vriendelijke taxichauffeur aangesproken die ons naar een veilig maar veel te luxe hotel bracht nadat hij eerst met ons kaartjes had geregeld
voor de busrit van de volgende dag naar Pisco.
We hadden al besloten om Lima zelf niet aan te doen om daar rond te kijken omdat het een niet al te veilige en erg drukke stad is. Na ingechecked te hebben zijn we wat gaan eten en daarna snel op
bed gegaan omdat de busrit ons beide goed had uitgeput.
LIMA NAAR PISCO
Na een busrit van 4 uur kwamen we aan in de middel of nowhere omdat de bus niet naar Pisco zelf ging maar zijn weg vervolgde naar Ica en ons afzette op een standplaats voor taxi's op de panamerican
sur. We namen een taxi naar Paracas een dorpje in de buurt van Pisco van waaruit we de volgende dag een tripje gingen maken naar Islas Balletas.
Na enig zoekwerk vonden we eindelijk een hostal met uitzicht op de stille oceaan die we binnenkort vaarwel zouden zeggen en we daar nog even van wilden genieten.
Na lekker op het strand te hebben gelegen, die telkens kleiner werd omdat het vloed werd en vervolgens helemaal onder water verdween, zijn we lekker op ons balkon gaan zitten met een lekkere borrel
uitzicht op zee en een geweldige zonsondergang.
De volgende dag zijn we vroeg uit de veren gegaan omdat onze boot naar Islas Balletas al om 8 uur vertrok. Vele touristen stonden daar al te wachten voor deze trip die iets meer dan 2 uur zou gaan
duren. Meteen toen we vertrokken zagen we enkele dolfijnen vlak langs onze boot zwemmen en dit was een geweldig gezicht. De eerste stop die de boot aandeed was vlak voor het op een van de Nazca
lijnen lijkend bergtafereel van een hallucinerende San Pedro cactus, de Candélabre. Deze was al 4000 jaar oud en had een hoogte van 183 meter en breedte van ongeveer 55 meter.
Hierna voeren we door naar het Eiland 'Islas Balletas' waar we een verscheidenheid aan dieren konden bewonderen (zie foto's). Vele duizenden pelikanen, zeeleeuwen, humbolt pinguins en vogelsoorten
waren de bewoners van dit rotsachtige eiland. We keken hier onze ogen uit en waren het er over eens dat dit weer een hoogtepunt van onze reis tot nu toe was. Het was ook net broedseizoen geweest en
vele zeeleeuwen waren bezig met het zwemles geven aan hun jongen. Ook de pinguins die daar leven, omdat het water daar erg koud is door een bepaalde stroming, hadden net jongen gekregen en liepen
tussen de vogels over de rotsen van het eiland. Het was een prachtig schouwspel en we hebben er heel erg van genoten.
De rest van de dag hebben we lekker nagenoten van deze trip en hebben we een midagdutje gedaan omdat we even bij moesten slapen. 's Avonds was er een feest in dit dorp met muziek en dans waarvan we
onder een lekkere maaltijd van konden genieten.
Bezoek aan de Moche cultuur
Van Guayaquil naar Punta del Sol (Ecuador - Peru)
Van Guayaquil naar Tumbes (Ecuador - Peru)
Wakker worden in Guayaquil is, net als in elke andere grote stad in Ecuador niet erg moeilijk. Rond een uur of 6 begint het verkeer op gang te komen en wordt je nachtrust wreed verstoord door enthousiast toeterende taxi´s, bussen en personenauto´s.
Toen we het ochtendnieuws keken zagen we dat Ecuador was overvallen door hevige regenval. Vele dorpjes stonden onder water en vooral de arme bevolking was getroffen door dit natuurgeweld.
Ook het gebied waar wij zaten en langs zouden komen was getroffen. Dit deed ons besluiten om verder te reizen dan gepland richting Peru en richting beter weer.
Na onze tassen ingepakt te hebben namen we een taxi richting station. Na 3 roltrappen kwamen we op ons perron en stapten we in de goed beveiligde bus richting het grensplaatsje Hacquillas.
Na 3 uur bereikten we onze bestemming. Volgens de Lonely Planet was dit de slechtste en corrupste grensovergang van Zuid Amerika en dat bleek al gauw meer dan waar te zijn. Veel drukker en chaotischer hadden wij nog niet meegemaakt. Na een stempel te hebben gehaald om uit te checken uit Ecuador werden we al snel aangesproken door een iets te vriendelijke man die ons wel even zou helpen de grens over te komen en geld voor ons kon wisselen van dollars naar Peruaanse Soles. Veel vertrouwen hadden we niet in deze kerel maar door alle hectiek wisten we zelf ook niet precies wat we moesten doen. Goed op onze hoede zijn we met hem meegegaan naar een vriend van hem die geld wisselde tegen woekerkoers. Volgens hem hadden we veel soles nodig om de grens over te komen, hetgeen ons erg verdacht in de oren klonk. Gelukkig waren onze dollars bijna op en besloten we om een paar dollar om te wisselen aangezien er geen bank of ATM was. Na nog een stukje met hem door de drukke stad te zijn gelopen hebben we hem ¨bedankt¨ voor zijn diensten en namen we een taxi naar de douanepost voor de volgende stempel in ons paspoort. Omdat er bijna geen bussen reden vanuit deze heksenketel bracht de taxi (met chauffeur en bijrijder) ons tot onze verbazing (wij dachten te worden afgezet op het station) helemaal naar Tumbes. Dit was niet onze bedoeling maar we kwamen er pas achter toen we al een heel eind op weg waren en de taxi maar door bleef rijden. Verbouwereerd hebben we dit maar over ons heen laten komen en waren we allebei heel opgelucht dat hij ons voor het door ons uit de Lonely Planet uitgezochte hostel afzette. Dat afzetten was trouwens volgens ons zowel letterlijk als figuurlijk en na onze laatste dollars aan hen te hebben gegeven zijn we gaan inchecken in ons hostel in Tumbes.
Hierna zijn we het stadje ingegaan en hebben we eerst een terrasje gepakt om even bij te komen. Het stadje zelf was gelukkig erg relaxed en de Inca-invloeden waren hier al duidelijk zichtbaar.
Na het centrum bekeken te hebben zijn we onze familie even gaan mailen en kregen we het bericht dat Wendy haar collega en zijn vrouw een gezonde zoon hadden gekregen. Gefeliciteerd Martijn en Rinke!!!!! Fantastisch nieuws na zo´n uitputtende dag dus. ´s Avonds lekker gegeten en de samenvattingen van de Champions League gekeken (ze zijn hier gelukkig gek op voetbal) om vervolgens uitgeteld in slaap te vallen.
Van Tumbes naar Punta del Sol (Peru)
Omdat onze hotelkamer in Tumbes zich aan de achterzijde van het gebouw bevond, en dus niet aan de drukke weg ligt, hebben we vrij rustig geslapen en zijn we voor ons doen laat uit ons bed gekomen. Na een dubieuze douche waarbij warm water werd opgewekt door een primitief uitziende electrische installatie, zijn we een broodje gaan eten op een bankje op het plein dat volgens mij het Plaza de Armas was. Elke stad in Peru heeft zo´n ´hoofdplein´ die ze deze militaire naam hebben gegeven.
We besloten om vandaag naar Mancora te gaan, onze Lonely Planet verteld niet veel over dit noordelijke aan de kust gelegen gebied omdat het niet zo ontzettend toeristisch is en omdat er niet zoveel benoemenswaardige toeristische trekpleisters zijn als bijvoorbeeld Machu Picchu, Nazca en Cusco. De reis naar Mancora nam zo´n tweeeneenhalf uur in beslag, een schijntje met wat we ondertussen gewend zijn. Omdat het busvervoer hier anders is geregeld dan in Ecuador zijn we eerst informatie gaan inwinnen bij onze hosteleigenaar. De beste manier om kleine afstanden af te leggen is per zogenaamde kippenbus en toen we zo´n ding hadden gevonden snapten we direct waarom dit zo heet. We werden met zijn eenentwintigen in een klein Volkswagenbusje gestopt en al snel vervloekten Bernlef en ik onze lange Hollandse benen die tussen de kleine Peruviaantjes kronkelden. Al snel kreeg Bernlef kramp in zijn kuiten en we besloten iets eerder uit het busje te stappen, niet bij Mancora maar bij Punta del Sol. Dit plaatsje is naar het schijnt iets rustiger en we vinden het beide wel prettig om in de wat rustigere badplaatsen te zitten.
Punta del Sol bleek een lokatie voor Peruvianen van hogere komaf, naast de dure hostals waren er veel prive-huizen aan het strand, helaas waren de hostals al helemaal volgeboekt omdat het weekend was. Na een uurtje met onze backpacks in de snikhete zon over het strand te hebben gezocht naar een geschikt hostal waren we toch enigzins teleurgesteld over het resultaat. Vermoeid vroegen we aan twee lokale bouwvakkers of zij misschien iets wisten en jawel, een lange bebaarde bouwvakker nam ons mee naar een verblijfplaats. Dit bleek een ultiem ranzig hok zonder ramen en een flikkerend peertje aan het plafond als verlichting. Het bed zag er uit alsof er altijd honden op sliepen en was niet voorzien van lakens of iets dergelijks. Ook de badkamer was niet veel soeps, drie emmers vol bruin water stond in een hoek dat moest doorgaan voor douchehokje. Maar goed, in het kader van low-budget backpacken gingen we akkoord voor een prijs van 20 soles (ongeveer 5 euro) voor twee personen per nacht. Helaas bleek even later dat er op onze badkamer nog een deur uitkwam en die leidde naar een vertrek waar andere mensen sliepen. Omdat we de deuren niet konden afsluiten besloten we met het oog op de veiligheid om toch maar even verder te zoeken naar een beter plekje. En jawel, nog geen kwartier later checkten we in bij een wederom veel te duur hostal met eigen balkon en zwembad op de patio;)
Van Puerto Lopez naar Guayaquil (Ecuador)
Van Puerto Lopez naar Montanita (Ecuador)
Na ons laatste dagje in Puerto Lopez te hebben doorgebracht wordt het de hoogste tijd om onze reis voort te zetten. Het reisdoel was Montanita, 2 uurtjes reizen vanuit ons o zo geliefde hippie-oord. Tot dusver hadden we nog maar weinig toeristen gezien maar daar kwam snel verandering in.
Montanita is zo´n beetje het surf-walhalla van Ecuador waar meer baggie-shorts en surfboards zijn dan inwoners. We checkten in in een eenvoudige hostal waar de eerste medebewoner die we ontmoetten een Colombiaanse wietroker was die mij om vloei kwam vragen, de toon was dus gezet.
Op het strand van Montanita was het kijken en bekeken worden, een mentaliteit die ons niet erg kon bekoren. Veel te veel te bruine langharige surfers paradeerden over het strand om in de smaak te vallen bij de chicka´s. We besloten om op een rustig stukje strand romantisch te genieten van de zonsondergang onder het genot van elkaar en een Cuba Libre, een prima vervanger van de Beerenburg Cola overigens. Na enige tijd kregen we gezelschap van een enigzins apart uitziende man, Kadi genaamd. Hij kwam uit Peru en was een rondtrekkende fakir. We boden hem een drankje aan en hij begon ons te vertellen over zijn werkzaamheden. Hij liet ons zijn zelfgemaakte atributen zien, waaronder een erg creatief gemaakt voodoo-achtig masker, een handgemaakte dolk en vuurslingers waarmee hij jongleerde. Hiermee probeerde hij ´s avonds op te treden en geld te verdienen om verder te reizen. Al met al een erg boeiende en eigenaardige kerel (want van zulke types leer je wel beter de spaanse taal begrijpen en te spreken) . Na enkele uren ging hij het dorp in om zijn kunsten te vertonen. Wij namen nog een afzakkertje en gingen daarna ook Montanita in voor een hapje en een drankje.
Montanita was leuk hoor een dagje maar het surf-dude gehalte was wel erg hoog en we besloten die avond om de volgende dag weer door te reizen richting Guayaquil.
Van Montanita naar Guayaquil (Ecuador)
Voor het eerst hebben we ons, zowel uit nieuwsgierigheid als lichte trek tegoed gedaan aan de versnaperingen die locals in de bus verkopen. We kozen voor een soort kaas-oliebol die, omdat die lekker lang in de frituurpan liggen, vast niet zoveel bacterien bevatten die zo slecht zijn voor onze westerse magen. Tot nu toe zijn we, op twee dagen koorts na, vrij gebleven ziektekiemen en diarree en dat willen we graag zo houden.
Omdat onze bus een knap tempo te pakken had naar Guayaquil waren we daar verrassend snel en reden we snel een modern, bijna futuristisch ogende, stad binnen. Snel tassen dumpen in een vooraf in de Lonely Planet uitgezocht hostal en daarna snel de stad in op zoek naar een ´Parrilla´ een soort grillhouse waar je het beste vlees van de stad kunt krijgen. Hier ging iets mis; voor een maaltijd betaalden we veel te veel, veel meer dan wat je zou verwachten in een kantine waar het onzettend warm was omdat de stroom voor o.a. de airco was uitgevallen. Terwijl alle andere bezoekers snel hun bescheiden bordje kregen bleven wij hongerig wachten en wachten. Ons wachten werd wel beloond met een zwaar overdadig maal, een schaal vol vlees, kip, karbonade, worst en ander moeilijk te definieren stukken vlees en voor ieder een bord rijst en patat. Volgeten kwam de volgende lading kip, rijst en bonenpap alweer aanzetten en hier hebben we uit beleefdheid wat stukjes van opgegeten. Een hele maaltijd hebben we dus laten staan en toen we weggingen deed een dakloze zich tegoed aan onze leftovers. In het park verderop zijn we gaan uitbuiken en we konden niet echt thuisbrengen waar het nu mis is gegaan, wat hadden we nu eigenlijk besteld?? Ons overpeinzen werd onderbroken door de constatering dat er een paar meter verderop een leguaan op het pleintje liep. Een paar dagen geleden hadden we vol verrukking gekeken naar een leguaan in een boom en hier in Guayaquil liepen ze gewoon door het park. Prachtig om te zien hoe die beesten zich voortbewegen en een onwerkelijk contrast vormen met het redelijk modern leven in Guayaquil.
Hippie Commune aan de kust
Na een redelijke nachtrust werden we 'pas' om 05:00 uur wakkeren zijn we na een ontbijtje naar Manta aan de kust gereden, weer met een bus over - nu iets minder hoge - bergen. Deze rit duurde zo'n zes uur over een kleine 200 kilometer. Zeker in het begin schoot het niet erg op omdat de weg meer weghad van een Zwitserse gatenkaas waarop de beste Zwitserse kaasmaker jaloers op zou zijn. Opeen bepaald moment warener meer gaten in de weg dan weg. De gaten waren bovendien zo diep dat onze bus schever ging hellen dan de zeilschepenop de Elbe bij windkracht 8. Zigzaggend langs de gaten in de weg bleven we wonder boven wonder gewoon doorrijden alhoewel er wel een momentje van lichte paniek was; terwijl we al zigzaggend de berg afhobbelden bleek er na een bocht wegwerkzaamheden plaats te vinden die uiteraard nergens waren aangegeven. Onze bus stevig in de remmen en er waren zelfs locals die hier toch van onder de indruk waren, meestal zien wij als enige beren op de weg;)
Langs de dorpjes zijn een groot deel van de huizen beschilderd met de naam of het nummer van een politieke partij die op deze manier propoganda maken voor hun gedachtegoed. Lijst 10 Rodriquez had naar ons idee de meeste bewoners omgekocht om hun gevels te laten veranderen in rood en geel getinte propaganda.
Na enige tijd bereikten we Portoviejo waar het weer begon om te slaan in hevige regenbuien maar wat wil je als je gaat backpacken in het regenseizoen. Manta was nog maar een uur verder reizen en we hoopten dat het bij de kust - en aan het begin van de Ruta del Sol - beter zou worden. Dat bleek gelukkig ook enigzins het geval, de continue vallende regen maakte in Manta plaats voor een bewolkt maar aangenaam klimaat. Manta is een leuke badplaats met een enorme vissersvloot waarbij die bootjes van Urk ernstig verbleken. Na een traditionele maaltijd op het plaatselijke station van rijst, bonen en vlees namen we een taxi naar hotel Miami, een leuk hotel met een schitterend uitzicht op het strand, de vissersvloot en de Pacific Ocean.
s Avonds hebben we, na een wandeling over het strand, een afzakkertje genomen. Terwijl
Wendy lag te slapen heeft Bernlef buiten bij de oude overbuurman nog een lokaal biertje gedronken en een sigaretje gerookt om vervolgens lekker bij Wendy in bed te kruipen.
De volgende dag kwamen we na een reis vol wolkbreuken in Puerto Lopez aan. Hier beviel ons de sfeer direct, geen toeterende taxi's maar vriendelijke mannetjes op rikja's die ons een rit aanboden. In de Lonely Planet hadden we een geschikt hostal gevonden (alhoewel ik eerst een goedkoper hostal op het oog had in verband met het leren om low budget te reizen), we kozen voor Hostera Mandala. Hier vielen onze monden open van verbazing want dit bleek een soort hippie commune te zijn, een echt paradijs. We kregen een eigen hut van hout, bamboe en bladeren met een eigen voortuintje waar je in een hangmat kan hangen. De hutjes lagen in een grote botanische tuin, die geheel ecologisch verantwoord was,dus we waren omgeven door groen en mooie bloemen. Al heel snel besloten we om hier vakantie te gaan vieren en nu vijf dagen later hebben we daar echt geen spijt van. Als je nog geen hippie of natuurliefhebber was dan zou je het spontaan worden, een oase van rust... Lekker naar het strand geweest en voor het eerst in ons leven factor 50 gesmeerd.
Zelfs in onze ' vakantie' zijn we wel voor een uitstapje te porren en zijn we naar het natuurreservaat Agua Blanca gegaan. Met een riksja zijn we een paar kilometer naar het noorden gereden. Aangekomen bij het natuurreservaat brachten we als eerste een bezoek aan het museum waar ons door Raul in het spaans werd uitgelegd hoe de Inca's in dit gebied hadden geleefd en welke gebruiken ze kenden. Omdat het verhaal in het spaans was hebben we flarden hiervan begrepen en moesten we onze oren spitsen om iets van informatie op te vangen. Na het museumbezoek heeft Raul ons door het reservaat rondgeleid en omdat we een van de weinige toeristen waren had hij mooi de tijd voor ons. Op een gegeven moment kregen we een vreselijke stank van rotte eieren in ons neus en het bleek dat we bij een lagune waren aangekomen. Deze lagune die al meer dan tweehonderd jaar oud is beval een hoog zwavelgehalte en er wordt verteld dat er van zwemmenin dit watereen medicinale werking vanuit gaat. Helaas hadden we omdat het de hele dag al regende geen badkleding meegenomen dus ik heb niet gezwommen maar Bernlef, de held, is in zijn boxer het water in gegaan. Helaas geen foto's van maar wel een stukje film, misschien dat we dit later kunnen uploaden.
Vandaag gaan we op Femmie haar advies verder reizen naar Montanita, de surfspot van Ecuador. We vervolgen dus de Ruta del Sol!
Dag 4: Weg uit Quito, op naar de kust
Na een woelige nacht waarin de laatste stuiptrekkingen van de koorts er zijn uitgezweet werd Bernlef om 03:30 wakker (de biologische klok stond schijnbaar nog op de Nederlandse tijd). Toen we allebij wakker waren zijn we gaan ontbijten en hebben we de tassen klaargemaakt voor ons eerste stuk reizen met de bus. Nadat we zijn uitgechecked uit ons mooie en veel te dure hotel werden we door de taxi afgezet op het busstation. Voor we het in de gaten hadden had een mannetje onze tassen uit de kofferbak geplukt en rende er mee weg. Wij schrokken en zijn er snel achteraan gegaan maar hij bleek een uiterst behulpzaam te zijn, hij hoorde bij onze bus die ons naar de volgende bestemming Latacunga zou brengen.
Op het station was het een gekkenhuis. Het mannetje had als taak om zoveel mogelijk mensen in zijn bus te krjgen en gezien de bezettingsgraad was hij erg goed in zijn werk. Deze rit zullen we niet snel vergeten. De Ecuadorianen hier hebben allemaal erg veel haast en de regel is eerst toeteren en dan remmen. Wij kregen meteen de indruk dat deze rijstijl niet bijdraagt aan de algehele verkeersveiligheid en na enkele kilometers deed zich het eerste (naar het schijnt dodeljke) ongeluk voor. In de berm lagen twee levenloze lichamen van twee jongemannen. We waren enorm geschrokken van dit tafereel maar veel tijd om er bij stil te staan was er niet want de bus ging snel verder want tijd is geld voor onze lokale buschauffeur. Even later lag er midden op de weg een grote dode hond, niet erg prettig gezicht.
Aangekomen in Latacunga even bijgekomen om daarna onze volgende rit dwars door het Andesgebergte te regelen. We besloten naar Quevedo te gaan, een rit van ruim zes uur. Deze reis was een stuk minder gehaast maar niet minder memorabel. In dit gebied woont voornamelijk inheemse bevolking die op de meest afgelegen plekken in en uitstapten.
De reis door het Andesgebergte was adembenemend door de schitterende natuur hetgeen wij erg veel weg vonden hebben van een oerwoud maar dan op zo´n 4000 meter hoogte. Aan weerszijden van de weg, die je op sommige plekken geen weg kunt noemen (soms reden we door ondiepe watertjes waar geen weg te zien was), waren prachtigebomen, bloemen en planten te bewonderen. Eenmaal op de top aangekomen waar de luchtvochtigheid zeker 100% was en het zicht een kleine meter begon de afdaling. Naarmate de hoogte afnam nam de temperatuur toe en veranderde de flora. Enorme bananenplanten met bladeren waar de gemiddelde NBA-basketballer prima onder kan slapen, verrezen naast de weg en de klein begonen bergstroompjes werden groter en krachtiger.
Toen we eenmaal de Andes achter ons hadden gelaten reden we door plaatsen waar de tijdleek stil te hebben gestaan en de armoede duidelijk zichtbaar werd. Stoffige stadjes met huizen die ik niet anders kan omschrijven dan krotten deden me denken aan een decor van een slechte Mexicaanse b-film. Uiteindelijk kwamen we aan in Quevedo waar weeen hotelletje in het centrum van het stadje vonden voorzes dollar per nacht per persoon. We kregeneen kamer waar de gemiddelde Groningse student zich zeer zou thuisvoelen. De stadzelf was druk, stoffig en benauwend. De plaatselijke pizzabakker (hij maakte pizza's zekertweemaal zo groot als dievan de familiepizza va Domino's) stilde onze trek. Na deze maaltijd nog een rondje centrum gedaan en vervolgens onzehotelkamer opgezocht en met onze herriestoppers inin slaap gevallen.
Dag 2 en 3: Quito
Zo soepel als de 1e dag begon, zo min begon de 2e. Letterlijk min want Bernlef had een fikse koorts te pakken. Wat in het vliegtuig als kuchje begon eindigde in als een zwetend hoopje mens onder de dekens. Heel even zijn we Quito in gegaan om naar het thuisfront te bellen maar de hoeveelheid uitlaatgassen deden zowel Bernlef als mij weinig goed. ´s Avonds eten besteld, het echte low-budget backpacken moeten we nog een beetje leren;)
Op de 3e dag nog wel tekenen van koorts maar wel fit genoeg om iets te ondernemen; van op je bed liggen zweten wordt je ook niet veel beter dus tijd voor wat actie. Gewapend met onze Lonely - bijbel - Planet zijn we met een taxi richting Old Town (de historische binnenstad) gegaan. Na wat rondwandelen zijn wij bij de Basilica National aangekomen, een grote kathedraal door de Spanjaarden gebouwd. De Lonely Planet wist ons te vertellen dat je deze kan beklimmen en dat leek ons wel de moeite waard. Over dubieuze trappetjes en een heuse touwbrug kwamen we in het puntje van de toren waar we een fantastisch uitzicht hadden over Quito. ´s Avonds mixed grill gegeten bij de plaatselijke Mc.
Dag 1 aankomst in Quito
Na een heerlijk afscheidsmaal met ouders en schoonouders ging zaterdag 03:43 de wekker. Ondanks de gezonde spanning hadden we toch goed geslapen en sprongen we klaarwakker ons nest uit. Drie kwartier later reden we samen met heit en mem richting Schiphol. Daar aangekomen, veel te vroeg want je weet maar nooit, hadden we een nachtelijk bakje koffie gedronken en nog enkele boeken gehaald om de tijd te doden. voordat ons vliegtuig richting Madrid vertrok.
Om 7 uur hebben we afscheid genomen van mijn ouders en ons naar de check in balie begeven. Alleen mijn spuitbus deo mocht niet me dus nog een paar pufjes onder de oksel gedaan en ingeleverd.
Het vliegtuig waarmee we zouden vertrekken had mankementen en er was een ander geregelt vanuit Madrid, dit leverde een uurtje vertraging op.
In Madrid aangekomen, na verder een prima vlucht waar zich de eerste tekenen van de Zuid Amerikaanse klederdracht aantekenden in de vorm van onze vrolijk kleurrijke Peruaanse amigo´s. We moesten ons lichtelijk haasten om de aansluitende vlucht naar Quito te halen. Dus hup in de benen naar de volgende paspoortcontrole en de eerste stempel. Via de metro kwamen we bij het gedeelte van het vliegveld waar we moesten zijn. Nog even naar het toilet voor de voorlopig laatste slok 'veilig' kraanwater en we zeiden het Europeese vasteland tijdelijk vaarwel.
De vlucht vertrok mooi op tijd en na ongeveer 10 uur, 2 'overheerlijke' vliegtuigmaaltijden en een paar fantastische films met spaanse onderiteling waarvan ik de naam gelukkig niet meer weet, vlogen we boven de oude Inca stad Quito. Omdat Quito in no-time erorm gegroeid is qua omvang, ligt het vliegveld niet buiten de stad maar er middenin, hetgeen je de indruk geeft dat je recht op een paar flatgebouwen afvliegt. Gelukkig had onze piloot nog niet op de cocabladeren zitten kauwen en landen we veilig en wel in de hoofdstad van Ecuador.
Hier ging alles van een leien dakje. De tweede stempel was binnen een zucht en een scheet binnen en ook onze backpacks lagen vol verlangen op ons te wachten. Maar het mooiste was weltoen we buiten kwamen, en de eerste volle teugen Ecuadoriaanse'schone' lucht onze longen vulden met benzinedampen, we een man zagen staan met een papiertje met de tekst 'WENDY DOEDEL' erop. Het was Gorki onze hoteleigenaar die ons hoogtpersoonlijk van het vliegveld kwam afhalen. Na een rit van een kwartier, waarin Gorki ons in goed engels het een en ander vertelde over zijn stad, deden we de eerste indrukken op van deze chaotiche heksenketel en ariveerden we bij ons hotel in het nieuwe gedeelte van de stad. Voor 25 dollar per nacht was dit een van de duurdere hotels en dat was te merken ook. Keurige kamer met schone handdoeken en een dito badkamer begroeten ons in onze eerste verblijfplaats van de reis.
Na een heerlijk pastagerecht voor wendy en een pizza voor mij in een wederom veel te luxueus restaurant te hebben verorberd zijn we al lezend heerlijk voldaan en vermoeid in slaap gevallen.